Goed gezelschap

De laatste etappe van de Engelse zuidkust tot we oversteken naar Spanje bestond uit weinig wind, kronkelende kreken en nieuwsgierige show-offs.

 

Met een verse startmotor trokken we naar Portland, iets onder Weymouth; de wind liet een tocht naar het westen nog niet toe. Portland is een grote marinehaven waarvandaan tijdens de olympische spelen in 2012 de zeilwedstrijden gehouden werden. Toen wij er lagen waren er in de enorme buitenhaven continu jeugdwedstrijden om naar te kijken, met misschien wel 100 kleine zwaardbootjes tegelijk. De korte tijd in Portland hebben we gebruikt voor een wandeling naar het puntje van de landtong, waar je goed kan zien waarom die kaap zo berucht is. De pilot beschrijft het als ‘een vreselijk oord’ en ‘een legendarische verschrikking’. Door een samenkomst van zeestromingen en het plotseling ondiep worden van de zeebodem kan er soms wel 10 knopen stroming staan, met een rommelige zee met rare golven. Verstandige (laffe) mensen zoals wij ronden de kaap ruim, op 5 mijl; dan heb je alleen wat extra stroming maar geen gekke golven, al is het wel een stuk om. Stoere (overmoedige) zeebonken nemen de ‘inshore passage’; een strook water vlak langs de kust die niet die rare golven heeft maar wel net zo veel stroming als je er niet met doodtij bent. Toegegeven, dat gaat lekker vlot, maar toen wij vanaf het land zagen hoe dicht je bij de rotsen moet varen om niet in de kolkende zeemassa terecht te komen kozen we definitief eieren voor ons geld.

 

Naast ons in de haven lag solozeiler Debbie, die al twee weken op verschillende onderdelen en beter weer lag te wachten maar ook een beetje tegen de lange tocht naar Dartmouth aan het aanhikken was. We boden aan samen op te varen, als ‘buddy boats’, zodat we allebei iemand hadden die een beetje op de ander lette bij de ronding van de kaap; voor ons net zo goed fijn als voor haar. Echt heel veel kan je niet doen voor elkaar, behalve bij nood snel ter plaatse zijn, maar het geeft een vertrouwd gevoel en het is gezellig om via de marifoon elk uur even een statusupdate te doen.

 

Aangekomen bij de monding van de rivier Dart was het gevoel dat we op een ‘gewone vakantie’ waren officieel voorbij. Langs weelderig begroeide rotsen en kastelen varend heb je het idee dat je zo een fantasyboek invaart, om vervolgens in een mix van de Amalfikust en Noorwegen terecht te komen, met schitterende huizen weggestopt in de heuvels. Bij het verlaten van Dartmouth twee dagen later was het sprookje compleet toen twee dolfijnen ons even kwamen uitzwaaien onderweg naar Yealm.

 

De Yealm is een al even beeldschone kronkelende rivier met aan weerszijden groene heuvels die helemaal vol ligt met moorings met boten van locals eraan. Als er een tender (klein roeibootje) aan ligt is de eigenaar van de mooring op pad, maar komt ie snel terug; als de mooring leeg is mag je er gaan liggen. Rustig zwieren al die bootjes in de wind en stroming. Je hoort er niets, behalve de vogels. Vooral de egrets, een soort mini reigers met knalgele flappoten, kwamen vaak even kijken.

 

De laatste tocht langs de kust van Zuid Engeland bracht ons naar Falmouth, waar het wachten is op goed weer om de Golf van Biskaje over te steken. Tijdens Björns wacht riep hij dat hij “misschien dolfijnen zag”. In de verte zagen we meeuwen en aalscholvers cirkelen en af en toe ineens een snoekduik nemen. Van David Attenborough hebben we geleerd dat dat vaak betekent dat er dolfijnen zitten, die daar hun prooi naar boven aan het jagen zijn. Eindeloos hebben we door de verrekijker zitten turen. Elk vinnetje dat we boven zagen komen maakte ons als een aap zo trots – we hadden échte dolfijnen gezien, vanaf onze eigen boot! Maar we hadden geen idee wat ons te wachten stond. Opeens kwamen ze naar ons toe gezwommen! Vier dolfijnen, die ons echt even kwamen opzoeken, daar was geen twijfel over. Ze zwommen met ons mee, keken ons aan, sprongen en zwommen onder de boot door. Een prachtig schouwspel waar we minuten naar mochten kijken. Net als in de monding van de Dart waren het ‘langsnuit gewone dolfijnen’, zorgvuldig gedetermineerd met het boek “Walvissen, dolfijnen & bruinvissen – De complete gids voor zeezoogdieren” die Linda’s moeder voor ons bij de kringloop vond. Toen de gemoederen net weer wat bedaard waren, en de wacht gewisseld, werd er nog een schepje bovenop gedaan. Dit keer een groep van wel acht dolfijnen, waaronder een heel kleintje, die echt even lieten zien wat ze waard waren. Achter elkaar sprongen ze en deden ze allemaal stunts, vlakbij de boot. Het was echt een showtje, speciaal voor ons. De glimlach is die dag niet meer van ons gezicht gegaan.

 

En nu liggen we in Falmouth, waar we de laatste klusjes en boodschappen doen, nog een keer scones eten, zwemmen met de Ruimtevaarder die hier inmiddels ook aangekomen is, ankeren op de uitlopers van de rivier en wachten op gunstige wind voor Biskaje.