Oversteek naar Canarische Eilanden
Na een periode in Portugal van wachten op beter weer en een zieke Björn, zijn we onderweg naar Tenerife, een van de Canarische Eilanden. Op dag 5 zijn we moe en hard toe aan een douche, maar we zitten helemaal in het ritme en zijn gelukkig. We vangen zelfs een bonito, en eten heerlijke ceviche. Met nog net geen land in zicht valt de wind weg en we besluiten te motoren tot er weer wind is. Als we buiten samen het zeil opdoeken horen we ineens vanuit de kajuit een schelle piep, als een fluitketel. Het lampje van het temperatuuralarm brandt…
Aan het begin van de oversteek verlieten we eindelijk de ‘drukke’ kust van Portugal. Geen visgerei meer om voor op te passen, geen orka’s om zenuwachtig over te zijn, en geen boten die je pad kunnen kruisen. Vaak is het best leuk om een andere boot tegen te komen. Je houdt elkaar een beetje in de gaten, roept de ander misschien even op op de marifoon en praat wat over weersvoorspellingen en hoe het gaat met de bemanning; alsof je de buurvrouw over de schutting spreekt. Het heeft iets gezelligs. Maar er gaat niets boven helemaal alleen zijn. De belangrijkste reden is een praktische: als er geen andere boten zijn, is er ook niets om tegenaan te varen. Het is het verschil tussen autorijden of met de trein gaan; je kijkt nog wel af en toe eens om je heen, maar je hoeft niet de hele tijd op te letten. Misschien kun je net als in de trein zelfs wel een klein uiltje knappen als je op wacht staat; gewoon een wekkertje zetten elke 20 minuten en dan even kijken of er nog steeds niemand is. Maar de andere reden dat alleen zijn zo fijn is, is de romantiek ervan. Met niets anders in zicht dan water en lucht ga je al gauw dingen doen die onder het systeemplafond van kantoor minder natuurlijk voelen. Je zingt eens een lied. Vraagt je af welke RAL-kleur het water heeft. Bent je ineens bewust van hoe lekker dik de wind voelt of hoe warm de lucht ruikt.
Van tevoren stelde ik me voor dat al die ‘vrije’ tijd me enorm creatief zou maken; verhalen schrijven, recepten bedenken, filosoferen. Maar het slaapschema, de constante geluiden van de boot en de golven waardoor je in elke positie bezig bent je evenwicht te bewaren, drukken alle muzen de kop in helaas. Er is zelfs geen cake gebakken of uitgebreid gekookt, maar gelukkig hadden we vooraf een heerlijke kipstoofpot gemaakt die we konden opwarmen; perfect comfortfood op de golven. Toch is zo’n overtocht verre van saai. Er is meer dan genoeg te doen: zeilen verstellen, weerinformatie downloaden, koken, positie noteren en dan nog de eindeloze MB’s aan boeken, podcasts en muziek die we mee hebben. Maar vooral is het een vermaak op zich om met de zeilen vol wind met 8 knopen van een golf af te surfen. En soms zorgt een oververhitte motor dus ineens voor de nodige spanning en sensatie…
De meeste boten worden gekoeld door zeewater, dat opgezogen wordt, de warme koelvloeistof uit de motor koelt en weer in zee gepompt wordt. Daarvoor is zo’n 30 liter koelvloeistof nodig. Onze boot heeft kielkoeling; 360 liter koelvloeistof die laag in de kiel van de boot zit en zo via het staal van de kiel door het zeewater gekoeld wordt. En nu lag naar schatting 40 liter daarvan ineens in de bilge. Omdat we niet zoveel reserve koelvloeistof bij ons hadden, was het lek opsporen voorlopig zinloos. Eerst maar eens zorgen dat we veilig op Tenerife aankomen. De wind wakkerde gelukkig weer iets aan en met alle zeilen bij kwamen we net voordat hij weer helemaal wegzakte dicht genoeg bij de kust om Salvamento Maritimo op te kunnen roepen; de Spaanse KNRM. Met meer dan 20 knopen racete de reddingsbrigade op ons af en aan een lange lijn sleepten ze ons keurig de haven in, alwaar het opsporen van het lek kon beginnen.
Met de kennis, hulp en perslucht van buurman Alex – die al 16 jaar op zijn boot woont en wel raad weet in een machinekamer – en een second opinion van de bemanning van School-at-Sea-schip Thalassa, bleek het probleem de pomp en hebben we de klus in drie dagen geklaard. Een pomp hadden we reserve mee (dankjewel Hajo!), en gelukkig maar want de nieuwe reservepomp die we meteen hebben besteld ligt intussen nog steeds vast bij de douane. Maar ook met de reserveonderdelen op voorraad is klussen op een 50 jaar oud schip zelden zo simpel als ‘even iets vervangen’. Dus op zoek naar een Engelse maat bout die afbrak bij het demonteren van de oude pomp reisden we het half Tenerife over en ook vervangende koelvloeistof bleek moeilijk te vinden op het eiland. De laatste horde was de nieuwe pomp, die nèt niet helemaal bleek te passen, wat we ontdekten nadat we hem eerst zorgvuldig hadden gemonteerd. Maar inmiddels zijn we gepokt en gemazeld en met gezond verstand hebben we er gewoon een stuk afgeslepen. Alles is weer waterdicht en de motor loopt weer als een zonnetje!
Eindelijk zijn we klaar om het tropische natuurschoon van de Canarische Eilanden vanuit een idylische ankerbaai te ontdekken. Maar Buurman Alex vond het waarschijnlijk zo gezellig met ons dat hij ons nog iets langer in de haven wilde houden. Bij het wegvaren lette hij even niet op en zat hij met de punt van zijn boot ineens in onze railing. Twee verbogen scepters staken treurig hun kopjes naar binnen. Maar zoals als het gezegde onder wereldzeilers nou eenmaal luidt: zo’n reis is klussen aan je boot op exotische locaties. Dus hup, op de klussenlijst ermee en eerst een mooie wandelingen maken op dit schitterende eiland!