Kerst in de Chichahut
We gaan in Mulatupu aan land om wat verse groenten te kopen. Struinend komen we langs een straat waar een groep vrouwen gezellig zit te kletsen en we worden direct gewenkt dat we erbij moeten komen zitten. Er komt warme chocoladedrank, en de dames laten ons natuurlijk hun mooiste mola’s zien. Mola’s zijn gequilte doeken met prachtig geborduurde geometrische of abstracte vormen, die niet alleen de basis van hun traditionele kleding zijn, maar ook een bron van inkomsten als er toeristen als wij langskomen. Als het gesprek komt op ons leven aan boord vragen ze honderduit; waar we vandaan komen, hoe lang we onderweg zijn en of we onze ouders niet missen (en hoe die heten), en hoe we Kerst vieren. We proberen uit te leggen dat we dat in Nederland normaal met familie doen, maar dat we nu ver weg van onze familie zijn. Daar wilden ze niets van weten: ‘wij zijn nu je familie, je viert Kerst bij ons.’
Wat dat precies inhield wisten we niet, alleen dat we de volgende avond om 19u terug moesten komen voor het kerstfeest en dat ik mooie kleren aan moest. Het was ons toen al lang duidelijk dat je een goed feestje kan vieren met deze dames, want ze schaterden wat af. En we begrepen dat er een chichaceremonie op kerstavond zou zijn, dus we dachten dat we voor een soort afterparty bij hun thuis moesten komen.
De volgende dag zijn op het dorpsplein de voorbereidingen voor een volleybalcompetitie gaande, en we mogen een uurtje een oefenpotje meespelen. Volleybal blijkt, samen met voetbal, de nationale sport van Guna Yala en elk dorp, hoe klein ook, heeft meerdere teams. Dat de Guna het op één na kleinste volk ter wereld zijn, deert blijkbaar niets, en dat het grootste deel van het team op blote voeten speelt ook niet, want er wordt gesmashed op olympisch niveau.
Björn en ik doen ons best en de Guna doen hun best om de ballen makkelijk op te zetten voor ons, maar op dit topniveau zitten wij het inspelen alleen maar in de weg. Uitgeput strijken we bij het Congresso-gebouw neer om naar de echte wedstrijd te kijken, een zenuwslopende match tussen een vrouwenteam en een mannenteam. De dag is nu al geslaagd en hij is nog niet eens echt begonnen.
Zodra we ‘s avonds bij onze lokale familie aankomen, wordt ons een bordt eten in de handen geschoven; rijst met bonen en kip, en bbq-saus. En een appel toe. Omdat we nog steeds geen idee hadden wat de bedoeling was, hadden we eigenlijk op de boot alvast gegeten, maar achteraf zijn we blij met deze extra bodem. We hebben geen idee waar de rest van de familie is en of de chichaceremonie al volbracht is, en vragen ons af of we misschien te vroeg zijn. Terwijl wij een beetje verloren met z’n tweetjes ons maaltje oppeuzelen, zijn de voorbereidingen van gastvrouw Marissa in volle gang. Met slechts een handdoek om rent ze van de ene kant naar de andere kant van het huis – precies zoals ik zou doen als ik laat ben voor een feestje. Ineens staat ze voor ons in de prachtige kleding van de Guna-vrouwen: een mola om de buik met daarboven een pofmouwblouse met bloemenmotief, een wikkeldoek met geometrisch motief als rok, een rode doek over het haar en geregen banden van kralen die de hele armen en onderbenen bedekken. De andere dames druppelden binnen, net zo mooi gekleed, op het moment dat Marissa me gebaard dat ik moet opstaan, en ik besef dat ik mijn mooiste jurk niet aan had hoeven trekken. Ik word uitgedost in alles behalve de kralen banden en er moeten honderd foto’s gemaakt worden terwijl ze allemaal gieren van het lachen – behalve als de foto gemaakt wordt overigens, dan moet je serieus kijken blijkbaar. Ineens zegt Marissa “bamos a la chicha” en springt het hele gezelschap op. Wat?!
Eerst even wat we op dat moment van chicha weten, uit onze reisgids voor deze regio: “Chicha is an intoxicating drink brewed from sugarcane and other special ingredients that is used for spiritual events. The “chicha” ritual is held once or twice a year, and requires at least one month of preparation. It starts with harvesting cane from the mainland and extracting the juice with a special press. […] The chicha ritual is sacred and should be respected as such by visitors.” We verwachten een gewichtige, stichtelijke ceremonie.
Zodra we een stap over de drempel van de chichahut zetten rennen er twee dames in mola’s en met knipperende rudolph-geweien op me af, die me al dansend een kom chicha in de handen duwen. Ik moet meedansen en zingen en wordt dan geacht de drank achterover te slaan. Het smaakt lekker, zoet en bruisend zoals kombucha. Björn wordt ondertussen bij de mannen aan de rechterkant van de zaal geparkeerd, waar naast chicha flink bier gedronken wordt, terwijl ik met de dames naar de linkerkant van de zaal ga. In het midden wordt overal gedanst en gedronken door de vrouwen, die steeds een dame aanwijzen aan de zijkant die mee moet dansen. De uitgedaagde danst en zingt de uitdager na, en drinkt dan de kom leeg en gaat weer even zitten terwijl de volgende aangewezen wordt. De chichahut is een enorme versie van het huis met het palmbladerendak dat we eerder gebouwd zagen worden met ruimte voor zeker 200 mensen. De zaal staat blauw van de sigarettenrook. Er wordt heel veel gelachen, vooral om de wikkelrokken die soms tijdens het dansen afvallen, en er wordt chips en water uitgedeeld om het vol te houden. Een iets oudere dame die hier duidelijk al meerdere uren aan het ‘dansen’ is klampt me aan en ik leer het Guna-woord voor high-five, waar ik er 30 van krijg. Om de haverklap komt er iemand naar me toe om met me op de foto te gaan. En natuurlijk word ook ik vaak aangewezen om te dansen en drinken; hoewel ik zie dat ik kleinere kommetje krijg dan de meesten.
Met Björn wisselde ik af en toe een gelukzalige “waar zijn we nu weer beland?”-blik, maar dat was het enige contact dat mogelijk was. Hij zat ondertussen aan de andere kant van de ruimte te ouwehoeren en selfies te maken met de mannen, waar net zoveel gedronken, gerookt en gelachen werd, maar niet gedanst. Toen er een sixpack uit onze rugzak kwam, kon ie helemaal niet meer stuk. (De sixpack die ik bij de dames uit de tas toverde, werd in eerste instantie ook onder gejuich ontvangen maar moest toen snel weer in de tas voor thuis; dat was duidelijk niet de bedoeling aan de vrouwenkant. Oeps…) Één van de volleyballers die we die middag ontmoet hadden, sprak redelijk Engels en bleef de hele avond bij Björn om alles te vertalen. Ook de tientallen keren dat zijn enigszins beschonken linkerbuurman zei dat hij zijn nieuwe hermano (broer) was, werden onvermoeibaar elke keer vertaald. Ze namen hem mee naar de plek waar de chicha een maand eerder gemaakt was, in aardewerk kruiken in de grond. Naast suikerriet ging er ook koffie in, in ieder geval in deze chicha, wat verklaard waarom we hem zo lekker vonden. De mannen zijn overigens niet zo uitbundig gekleed als de vrouwen en hebben een sportshirt of ander gewone outfit aan. Behalve sommige mannen, op banken in het midden van de ruimte, die hoeden, overhemden en stropdassen droegen.
Één van die geklede mannen wenkte me op een gegeven moment om bij hem op een lege bank in het midden te komen zitten en stelde zich voor señor Lopez, secretario. Een secretario is zover ik het nu begrijp een soort uitvoerder van beleid – een ambtenaar zeg maar. Hij gedroeg zich in ieder geval zo en vertelt al snel over een project om een boek over de Gunacultuur te maken en vraagt me volgens mij om financiering of contacten in Nederland voor financiering. Om zijn woorden kracht bij te zetten haalde hij de hoofd-Saila erbij, een grote eer. De Saila is samen met twee of meer onder-Saila’s de baas van het dorp en de secretario benadrukt hoe belangrijk de Saila is met alle woorden die hij kent (chief, boss, jefe, autoridad ultimo; hij wijst zelfs naar zijn schouders om de epauletten van een generaal uit te beelden). Terwijl om ons heen gefeest wordt alsof het carnaval in Brabant is, doe ik mijn best om een respectvol gesprek over het project te voeren. Ik leg uit dat ik niet over de positie of middelen beschik om iets voor zijn project te doen – ik ben maar zeiler – maar geef hem toch ons visitekaartje. Een kaartje dat we speciaal voor deze reis hebben gemaakt, met onze contactgegevens, plaatje van Sirena en andere informatie die vooral voor andere zeilers relevant is; maar het wordt gewaardeerd. De secretario legt me ook uit wanneer de chicha-ceremonie gehouden wordt, en dat is in ieder geval als een vrouw volwassen wordt (en haar haar knipt), en als er een baby geboren wordt. Er is nog een derde reden, maar die is in mijn beperkte begrip van de Spaanse taal verloren gegaan. Alsof het is om de woorden van Secretario Lopez kracht bij te zetten, komt er ineens een optocht langs van dansende en zingende vrouwen, met voorop een vrouw – ik vermoed oma – met een piepklein baby’tje. Het lijkt erop dat Kerst helemaal niet de aanleiding van dit feest was.
Als ik afscheid neem van Secretario Lopez grijpen drie oudere dames hun kans. Ze willen nog een rondje chicha met me doen. Ik ben er natuurlijk bij, maar deze dames zijn een stuk verder heen dan de meesten en een beetje opdringerig. Als er vervolgens een kom van formaat bowlingbal in mijn handen gedrukt wordt en de dames heel hard lachen, zie ik gastvrouw Marissa niet meer lachen maar angstig kijken; zij kent haar pappenheimers – en haar dorpsoudsten ook blijkbaar. Het lukt iemand uit mijn gezelschap er bliksemsnel een kom uit te scheppen, maar als Marissa hetzelfde probeert wordt ze door de oude dames geweerd. Ik heb drinken onder groepsdruk nooit wat gevonden, dus was niet van plan me te laten opjutten door deze dames – traditie of niet – maar zie plotseling Björn naast me staan. “Ah, mi marido! Ayuda.” zeg ik met een grijns, en deel de kom met Björn. Voordat de dames kunnen hergroeperen zegt Marissa zichtbaar opgelucht: “Bamos” en we staan met het hele gevolg buiten voor ik het weet.
Terug bij het huis krijgen we meteen stoelen en bier aangeboden, maar we zijn bekaf van alle indrukken en ik van het dansen. Ik geef de kleren terug en we bedanken ze honderduit. Marissa en de anderen lopen met ons mee naar de steiger waar de bijboot ligt, in kleurrijke ganzenpas. Eenmaal bij de bijboot duurt het even voordat we begrijpen dat ze mee willen naar de boot. Natuurlijk mag dat, onze nieuwe familie is meer dan welkom in ons huis! Met z’n achten bovenop elkaar in de kleine boot, roeien we terug naar Sirena. Eenmaal daar worden er honderd foto’s gemaakt, van iedereen, en van iedereen in dezelfde positie – achter het roer, achter het roer binnen, op het achterdek, telkens weer heel serieus. Als ze eenmaal allemaal weer in de boot zitten om naar de kant te gaan maak ik de beste foto van allemaal: een boot vol met onze nieuwe, kleurrijke familie, gierend van het lachen!