Antigua – Life’s a beach
Meestal sta ik aan het roer van Sirena als we gaan aanleggen bij een tanksteiger of haven. Dat is zo gegroeid en omdat ik het inmiddels zo veel vaker heb gedaan dan Björn gaat het mij veel makkelijker af, dus we laten het maar zo. Zo verdelen we wel meer taken. Ons schip is vrij moeilijk bestuurbaar en dat zie je er ook wel aan af, dus als we een soepele aankomst hebben krijgen we wel eens een complimentje van de havenmeester. Dat is een leuke opsteker, maar helaas komt het regelmatig neer op “wat knap, voor een vrouw”. Nooit slecht bedoeld of zelfs bewust, maar wel onnodig. Björn doet immers ook nooit iets “goed, voor een man”. Maar in Antigua kreeg ik een versie van zo’n compliment waar ik toch een enorme glimlach van kreeg, omdat de gever zo oprecht verbaasd leek. Toen ik de boot mooi langs de kade helemaal stil legde voordat ik rustig de achterlijn aan de havenmedewerker gaf, krabde hij aan zijn achterhoofd en zei: “Well, I don’t see many man captain do that.” (Overigens lagen we in de haven om de mast te laten controleren op rot en zijn we blij te kunnen melden dat die helemaal in orde is!)
Omdat Antigua in tegenstelling tot de meeste andere Caribische eilanden geen vulkanisch eiland is maar een zinkend rif, is het een stuk lager met minder weelderige begroeiing en watervallen, maar meer witte zandstranden. Bovendien zijn er om het eiland heen verschillende riffen in het water, die de oceaangolven tegenhouden en het water prachtig turquoise maken. De kustlijn is ansichtkaartwaardig en het is dan ook niet gek dat Rijk & Beroemd het eiland hebben gevonden. Hadden we het met Raisa en Dirk in St. Lucia nog over het ‘superjacht van de dag’, op Antigua kun je gerust het superjacht van het uur spotten. Van de top 10 grootste boten ter wereld lagen er vijf in de haven waar wij met de andere ‘gewone’ boten vlakbij voor anker lagen. Ook komt er regelmatig een helikopter over die een kapitein van zijn privejet naar zijn zeilboot brengt. Of Oprah, Eric Clapton of Berlusconi naar hun tweede(…?) huis. Al die pracht en praal is interessant om een keer gezien te hebben, maar we waren wel blij weer het normale leven te zien toen we eenmaal het binnenland in gingen.
We kregen bezoek van Björns moeder! Ze gaf zich over aan een weekje ‘Sirena-comfort’ (buiten douchen, krap bedje, golven, weinig privacy, maar oh zo gezellig). Het was ontzettend fijn om ons weer even thuis te voelen en we hebben een heerlijke week gehad samen. We konden goed laten zien hoe oceaanzeilen is, want we hebben met pittige golven gezeild. Samen bezochten English Harbour, een oude Engelse militaire haven met mooie gebouwen uit eind 18e eeuw – in Nederland zou dit erfgoed waarschijnlijk tot een openluchtmuseum gemaakt worden, maar hier hadden ze er nieuwe bestemmingen aan gegeven; in de verschillende gebouwen zaten een zeilmaker, de douane, een bakker, restaurants, winkels en één museum. Verder hebben we geprobeerd een iets te hoge bergtop te bereiken. En we zijn verdraaid lekker uit eten geweest, onder andere voor Björns verjaardag! Maar vooral was het heel fijn om samen spelletjes te doen, te praten en de tijd voor elkaar te hebben.
Na haar vertrek zijn we teruggevaren naar Green Island, waar we ook al even met Björns moeder lagen, aan de oostkant van Antigua. Je ligt daar achter een groot rif, met vrij zicht op Afrika – bij wijze van spreken dan. Een serene plek waar we even bij konden komen van het bezoek, en van het bezoek weer missen. Omdat er geen deining is maar wel de constante noordoosten wind van de Atlantische Oceaan én een mooi strandje, is Green Island een perfecte plek voor windsurfers en er zoeven dan ook altijd wel een paar kiters en wingfoilers door de grote baai. Ook zijn er elke dag mensen van een surfschool. Toen we er met Björns moeder lagen had Björn bij hen al een wingfoilset gehuurd en goeie tips gekregen. Maar dat bevestigde wat we eigenlijk al wisten: dit is zó gaaf, dat willen we overal kunnen doen! Via de surfschool konden we een tweedehands wing en een SUP geschikt voor wingsurfen kopen en we zijn er ontzettend blij mee. We kunnen daarmee niet uit het water zoals met een foil, maar het is nog steeds ontiegelijk leuk en de SUP alleen geeft ons veel extra bewegingsruimte. Dat klinkt misschien gek, want we zijn op dit moment vrijer dan we ooit geweest zijn. Maar soms zit je best een beetje opgesloten als je boot voor anker ligt. Bijvoorbeeld als een van de twee met de bijboot naar de kant is voor boodschappen, of als er geen dorp in de buurt is. Dan is even naar een buurboot of naar de kant paddelen een uitkomst en de SUP wordt onder zeilers dan ook wel de fiets op het water genoemd (waar je bijboot je auto is). En wat is er heerlijker dan een eind gaan fietsen?
Inmiddels liggen we een week bij Green Island. Morgen vertrekken we – onder voorbehoud van niet te onstuimige wind – naar ‘neef’ Barbuda (Antigua en Barbuda zijn samen een staat). Het was heerlijk om weer eens een week op één plek te liggen, en extra leuk doordat er verschillende bevriende boten dichtbij lagen, bij wie we op bezoek konden of ‘s avonds bbqen op het strand. Maar tóch begon ik na een paar dagen wortel te schieten. Dus ben ik er gisteren even op uitgetrokken. We hadden weer wat verse groenten nodig, maar vooral was dat een excuus om even alleen op avontuur te gaan. Na de boodschappen ben ik van eettentje naar eettentje teruggelopen (met een fantastische jerk chicken als hoogtepunt) en al peuzelend viel vooral op hoe zorgzaam en attent iedereen was. In m’n eentje was ik een ware magneet voor behulpzame vragen van stoppende bestuurders of groetende voorbijgangers: ‘You OK miss?’ (‘Yeah no worries, just walking home’) ‘Ok, take care now!’ Bovendien noemde de jerk chicken verkoopster met ‘sweety’, zoals ze je in Engeland ‘luv’ noemen. Dus mijn dag kon niet stuk, en met een warm gevoel verlaten we morgen dit prachtige eiland.