Waitukubuli en Karukera

Dominica is vergeleken met de andere eilanden (en zeker na Martinique) meer ongerept en heel weelderig. Er zijn talloze watervallen en het grootste deel van het eiland bestaat uit jungle. Ook de sfeer in de twee steden waar we waren – Roseau en Portsmouth – was top. Vriendelijke en relaxte mensen, in voor een praatje, dat klassiek eindigt met “ja mannn”. Het museum in Roseau vertelde ons dat het beste dat Columbus had gedaan weer weggaan was, en leerde ons dat de oorspronkelijke naam Waitukubuli is; vrijvertaald ‘lang is haar lichaam’. Dat daarmee het grote hoogteverschil bedoeld worden hebben we geweten.

 

We hadden grote wandelambities op het eiland, maar eerst maar even inkomen: naar de Middleham Falls, een wandeling van een uur heen met aan het eind de beloning van zwemmen onder de hoogste waterval van Dominica. Het eerste stuk deden we met de bus; wederom een beleving maar nu niet vanwege de snelheid of de muziek maar omdat de motor de hele route in eerste versnelling aan het kreunen was. De volgende dag kwam de echte beproeving: de zes uur durende hike naar Boiling Lake, dat zijn naam ontleent aan het feit dat het kookt van thermische warmte. We deden de wandeling samen met gids Junior, die zowel grappig als erg geduldig was. Ik lag twee dagen daarvoor nog met koorts op bed dus ik ging niet helemaal in m’n gebruikelijke ‘gang is alles’ tempo. We worden bovendien oud: de klim naar boven was een beproeving voor mijn knieën, naar beneden voor die van Björn. Maar al strijdend genoten we van het brute uitzicht, dat ons aan Nieuw Zeeland deed denken. Aan het eind van de wandeling zwommen we door de Titou Gorge, een wonderschone smalle kloof met fris, helder water en boven je de jungle, eindigend bij een waterval. De moeie benen waren alle kilometers weer vergeten. Junior vroeg nog in welke bus we hadden gezeten naar Middleham Falls en toen we een korte omschrijving van de buschauffeur maar vooral het rijgedrag van de bus gaven wist ie het zeker: dat was Red. Het was dezelfde bus waarin hij vroeger naar school ging en ook toen was schakelen al een uitdaging.

 

In Portsmouth heeft een groep locals zicht verenigd in de Portsmouth Association for Yacht Security (PAYS); voor die tijd was het voor zeilboten volgens de overleveringen onveilig in Portsmouth, met gewelddadige inbraken en ‘overtuigende’ aanbieders van allerlei waren. Nu houdt PAYS een oogje in het zeil, biedt allerlei diensten en tours aan en kun je je bijboot veilig achterlaten bij hun steiger. Ik moet zeggen dat wij de oude situatie niet kennen, maar dat de nieuwe situatie veel cruisers uit Amerika trekt die er lang blijven hangen, wat zo z’n eigen sfeer met zicht meebrengt. Elke zondag organiseert PAYS een barbecue op het strand om hun activiteiten te bekostigen; kip en vis van de barbecue, bodemloze rumpunch en een DJ die de Spotifylijst ‘songs that excite white folk’ aangezet leek te hebben. Het had met Dominica weinig van doen, maar was gezellig voor een avond. Tijdens de Cottoneye Joe werd de bodemloze rumpunch Björn teveel en moest ie de vissen even van dichterbij bekijken.

 

De Indian River is een rivier door het mangrovebos waar je voor een met een tour op kan varen (omdat er, zoals met de meeste toeristenvallen in de Carieb, een deel van Pirates of the Caribbean opgenomen is), maar je kan er ook schitterend langs wandelen zonder een ziel tegen te komen. Het pad begint door een woonwijk, komt dan via wat akkers uit bij een fantastisch barretje waar we op de terugweg hebben zitten kaarten, gaat dan de jungle in, naar de plek waar de tourboten eindigen en leidt je vervolgens nog een heel stuk langs de rivier door het mangrovebos. 

 

De wind draaide, tegen de normale heersende passaatwinden in, naar Zuid-Oost. Dus met een heerlijk ruim windje koersten we naar de eilanden onder Guadeloupe. Of Karukera, eiland van prachtige wateren, zoals de oorspronkelijke bewoners het noemden. De inspiratie van Columbus was na alle individuele heiligen blijkbaar op, want het eiland in het oosten noemde hij naar zijn schip, Marie-Galante, en de eilandjes in het westen kregen de verzamelnaam Los Santos, naar Allerheiligen (nu Îles des Saintes). Des Saintes zijn picture perfect, zij het op een aangeharkte manier, en we hebben er heerlijk gesnorkeld, gelezen en gewandeld. Op Marie-Galante, waar een meer Frans-Caribische sfeer is met gebouwen uit koloniale tijd, zijn we per huur-scooter het eiland overgesjeesd. We zijn naar een paar mooie uitkijkpunten gewandeld en hebben twee rumdestileerderijen bezocht en van de locale waren geproefd. Het eiland is veel lager dan andere eilanden waar we tot nu toe waren en lijkt als je erop af vaart zo plat als een pannenkoek.

 

Het leven op een boot is niet altijd comfortabel. Woon je in een huis en valt er een fles allesreiniger om waarvan de dop niet goed dicht blijkt te zitten? Dan haal je er een doekje over. In ons huis moeten we op zoek naar plasjes onder verschillende plankjes, luiken en dubbele bodems. Ook wordt je ‘s nachts zelden wakker omdat je huis aan z’n anker aan het rukken is. En ik heb in Nederland ook nog nooit beestjes uit de bloem hoeven zeven… Maar daar staat wel wat tegenover. Zwemmen met dolfijnen bijvoorbeeld. Tot nu toe hadden we dolfijnen alleen vanaf de boot bekeken, tijdens het varen. Maar in Guadeloupe zwommen ze zomaar de baai in. Een groep van zo’n 15 dolfijnen, met een paar kleintjes, liet zich zomaar door onze snorkelbrillen van heel dichtbij bekijken! Daar ruilen we graag wat comfort voor in.

 

We zouden op Dominica ook eens goed alle indrukken op ons in laten werken. Dat hebben we gedaan en we hebben besloten om niet dit jaar maar volgend jaar door het Panamakanaal te gaan. Dat hadden we eigenlijk tijdens de oversteek al bedacht. We weten, na alle verhalen over stormen en tegenwind daar, nog niet zeker of we de Indische Oceaan over durven te steken of dat de boot in Australië of Nieuw Zeeland achterblijft. In dat geval komen we niet terug in de Caribische Zee (wat anders op de ‘terugweg’ zou gebeuren), terwijl we er ook maar weinig van hadden kunnen zien als we nu zoals gepland al aan de andere kant het Panamakanaal waren geweest. Bovendien zou ons avontuur dan over een half jaar ineens al voorbij kunnen zijn. In plaats daarvan nemen we nu de tijd om eerst naar het noorden te trekken, waarschijnlijk tot en met de Britse Maagdeneilanden, en dan voor het orkaanseizoen onder de 13e breedtegraad op één van de zuidelijke bovenwindse eilanden en/of ABC-eilanden te blijven en daarna Colombia, Panama en Costa Rica te bezoeken. Kortom, we gaan een paar versnellingen lager. Op dit moment doen we het rustig an op Antigua, waar de moeder van Björn een weekje bij ons komt logeren!