Zeebenen

Rond 10u varen we geheel volgens schema de grootste sluis ter wereld uit (nou ja, de kleine jachtensluis die erbij hoort dan). Een bruinvis zwaait ons uit; ons eerste voorproefje op de dolfijnen en walvissen waar we zo naar uitkijken. Bestemming: Ramsgate, VK. Een goede test voor Sirena, waarmee we door corona tot nu toe alleen nog maar een kleine stuk langs de Nederlandse kust hebben gevaren. En dat bleek nodig…

 

Wat varen betreft gaat de reis schitterend. We varen aan de wind, met windkracht 5 richting Engeland. Zeiljacht Ruimtevaarder met wie we opvoeren is links afgeslagen naar Scheveningen en wordt steeds kleiner. Sirena vaart heerlijk op vol tuig; de stuurautomaat hoeft bijna niets te doen. We weten dat dat niet de hele reis zo zal zijn: halverwege zal de wind verdwijnen en moeten we op de motor verder. Maar dat mag de pret niet drukken: de sfeer is ontspannen en de zeegolven zijn minder hoog dan we ons herinneren.

 

We varen in een schema van drie uur op, drie uur af. Dat houdt in dat als de ene persoon de wacht houdt, de andere slaapt of tijd voor zichzelf heeft. Na drie uur wissel je om. De wacht houden betekent opletten op schepen, boeien, ondieptes en andere gevaren op zee, de marifoon uitluisteren en af het toe de koers wat verleggen. Sturen doe je nauwelijks, dat doet de stuurautomaat (daarover een andere keer meer). Rond etenstijd is er een uurtje waarin we beide wakker zijn, om te koken en samen te eten. We houden dit schema tot nu toe, ook op eerdere vakanties, altijd aan zodra we op zee zijn; ook al is het midden op de dag als we uitvaren. Op die manier zitten we zo snel mogelijk in het ritme, en is de kans dat we oververmoeid raken het kleinst.

 

Tijd is zeer relatief tijdens zo’n zeetocht. Je vergelijkt wat stipjes aan de horizon met stipjes op de kaart. Gaat een keer naar binnen om in het logboek te schrijven. Leest drie pagina’s uit een boek (of eigenlijk dezelfde pagina drie keer). En dan is er alweer een uur voorbij. Dat komt omdat je de hele tijd bezig bent. Zelfs gewoon zitten en om je heen kijken is een workout. Ten eerste wordt je continu alle kanten opgeslingerd. Je moet je steeds schrap zetten; aan de ene kant van de golf op rechts, aan de andere kant op links. Ten tweede is het mentaal vermoeiend; de Noordzee is ontzettend druk met scheepvaart, die overdag als een kudde mammoets van alle kanten langs je heen banjert en ‘s nachts slechts door een paar lichtstipjes te onderscheiden is (als je meer ziet ben je te dichtbij…). De grote zeeschepen kun je dankzij AIS gelukkig op de digitale kaart zien aankomen, maar je kan daar niet 100% op vertrouwen. Je zal dus af en toe goed om je heen moeten kijken. Op de oceaan is dat straks elke 20 minuten. Op de Noordzee op de rustige stukken elke paar minuten.

 

De bemanning hield zich goed, er bleken nog zeebenen onder te zitten. Het schip hield zich ook goed, maar de klussenlijst werd wel steeds langer… De marifoon heeft storing als de navigatiecomputer aan staat, de bediening van de stuurautomaat slaat soms af en het tweede scherm van de navigatiecomputer gaf soms oude beelden. Al met al niet levensbedreigend. Wat ons meer zorgen baarde was de hoeveelheid water die de boot in liep – ergens moest het lekken. En, een nog iets urgenter probleem: de pomp van de dagtank gaf geen sjoege! Sirena heeft in totaal 500l diesel mee, maar 100l daarvan zit in een dagtank die op de motor is aangesloten. Om diesel van de hoofdtank in de dagtank te krijgen, moet je regelmatig even zwengelen aan een handpomp aan de dagtank. Toen we ontdekten dat die pomp niets oppompte en de tank nog maar 60l bevatte hebben we de rest van de tocht naar Ramsgate met samengeknepen billetjes gevaren. Het moest lukken – Sirena gebruikt zo’n drie liter per uur – maar ontspannen was het niet.

 

Inklaren ging met een excelformulier en een telefoontje efficiënter dan gedacht; allemaal vanaf de boot. De quarantaine-vlag hoefde niet eens omhoog, want het was in Nederland al geregeld. Aangekomen in Ramsgate hebben we gedouched, gegeten en geslapen – dat laatste 12u lang. Nu de boot vast lag aan een steiger konden we de mouwen opstropen en de problemen aanpakken. Inmiddels zijn beide euvels verholpen met de twee manieren waarmee álle problemen te verhelpen zijn: smeren of fixeren. Al was het in dit geval EP2-vet in plaats van WD40 en een slangklem in plaats van ducttape. Na een paar high-fives was het tijd voor een beloning: vergebakken scones uit eigen oven – we zijn ten slotte in the UK!

Op vol tuig de Noordzee over
De witte kliffen van Ramsgate
Pomphendel en een gelukkig weer volle dagtank
IJmuiden uit, de zee op
Verplichte zonsondergangfoto