Door (het Panamakanaal)
Na onverwacht een ruime maand in Nederland, zijn we nu weer in Panama. Terug in de warmte, het heldere water, de andere cultuur. De reden om naar Nederland te gaan was verschrikkelijk, en toch waren er ook veel fijne momenten. Samen kunnen zijn met familie en vrienden, die nog kort daarvoor zo ver weg waren. En weer even voelen hoe het is om in Nederland te leven. Terug in de kou, het comfort, de drukte. We hebben ons lang afgevraagd of we wel verder moesten gaan. We wilden wel door, maar we wilden niet weg. Gelukkig was familie heel steunend; zij willen ook dat we onze reis afmaken. Het leven gaat door, en ons leven is nu op Sirena.
Weer op de boot zijn we zo snel mogelijk teruggevaren naar Guna Yala, om te proberen de draad weer op te pakken. Daar hebben we Sirena voor anker gelegd op de eerste de beste rustige plek en zijn we een week lang niet van onze plek gekomen. Voordat we naar Nederland vertrokken hebben we alle verse waren weggegeven, dus de boot was helemaal leeg, op een paar uien, wortelen en een pompoen na. De uien en pompoen waren nog goed en aangevuld met een gekregen tomaat, een tros bananen van een vriendelijke Guna en blikvoer hebben we ons daar prima mee gered die week. Een goeie test voor de Stille Oceaan. De wortelen hadden het iets minder goed uitgehouden; gedesintegreerd tot oranje soep, en bedolven onder de maden. En dat was helaas niet ons enige beestjesprobleem: de snuitkevers, die al eens eerder uit de rijst kwamen kruipen, zijn terug. Of ‘waren terug’ hopelijk, want inmiddels hebben we ze onder de duim, denken we. Een week lang deden we niet veel meer dan de trossen mosselen van de onderkant van de boot schrapen en een beetje ziek zijn. Daar in Guna Yala hadden we even kans om zo goed en kwaad als het ging bij te komen van alles wat we hadden meegemaakt. En voorzichtig begonnen we na te denken over de volgende stap.
Het Panamakanaal door. Ondanks alles hadden we er ontzettend veel zin in. Al vanaf het eerste moment dat we overwogen deze reis te maken, keek ik uit naar het Panamakanaal. Je wordt per slot van rekening niet elke dag even met je boot een berg over getild! Eenmaal aan de andere kant zie je niets anders dan wereldstad Panamastad achter je en, voorbij de geankerde supervrachtschepen, de weidse leegte van de oceaan voor je. Maar zover was het nog niet, eerst flink voorbereiden! Sirena was toe aan onderhoud na een maand stilliggen en we waren hard toe aan nieuwe voorraden groente en water. En het belangrijkste: we moesten linehandlers vinden. De Kanaal-autoriteiten willen dat je 5 mensen aan boord hebt: een schipper en vier zogenaamde linehandlers, voor elke ‘hoek’ van de boot één. Ik ben meestal de stuurvrouw in sluizen, en Björn staat op het voordek, maar we kwamen dus nog drie paar handen tekort. Die kun je natuurlijk inhuren, maar er zijn allerlei whatsapp- en facebookgroepen waar mensen zich aanbieden als linehandler: van backpackers die het gewoon een leuke dagbesteding vinden tot zeilers die graag een keer willen oefenen voordat ze met hun eigen boot gaan. Wij vonden de 19-jarige Nederlandse backpacker Rufus, en een stel Amerikaanse 60plussers, Mark & Deb, die in de VS op hun zeilboot wonen, en nu tijdens hun ‘gewone’ vakantie in Panama een keer het Kanaal door wilden. Het was een gezellige boel met vijf man aan boord. Onwennig om ineens weer te moeten communiceren met en zorgen voor zoveel meer mensen, maar vooral heel leuk.
De transit zelf was een feestje. De wekker stond om 3:30 ‘s nachts want om 4:30 moesten we ons melden in de buurt van de ingang van het Kanaal. Daar kwam met noodgang en enorme spotlights een loodsboot op ons af, om onze ‘advisor’ Edwin af te zetten. Edwin sprong soepel van de loodsboot op Sirena en zonder de fenders ook maar even aan te raken spurtte de loodsboot alweer weg. Een advisor is hetzelfde als een loods op de grote vaart, wat inhoud dat Edwin vanaf nu de baas was. Met zijn 15 jaar ervaring en zijn ontzettend rustige uitstraling vertrouwde ik hem Sirena ook direct toe. Hij dirigeerde me de ingang van het Kanaal in, roroschip ‘Morning Conductor’ achterna. Eenmaal in de buurt van de sluiswanden liepen aan weerszijden twee mensen met ons mee, die één voor één een dunne lijn met een apenvuistje eraan soepel over het voordek wierpen. Die werden door Björn en de andere linehandlers snel aan de speciaal hiervoor gehuurde zware lijnen vastgemaakt en de mensen op de kant trokken ze naar boven en legden de lijnen vast. Voor m’n gevoel was het na twee keer knipperen gedaan. Toen hoefden we alleen nog te wachten tot de sluisdeuren dicht waren en we begonnen te stijgen. Daar lagen we dan, aan vier spinnenpoten naar de kant, recht achter de enorme Morning Conductor. In een paar minuten stegen we de eerste 8 meter en na wat turbulentie van de grote boot voor ons voeren we op ons gemak door naar sluis twee en drie, waar we het trucje nog een keer mochten doen. Ondertussen natuurlijk flink zwaaien naar familie en vrienden, die via de webcams van het Kanaal meekeken. Zodra we de derde sluis uitvoeren, zwaaide de Morning Conductor af. Zo’n roroschip gaat een stuk sneller dan Sirena. Bij het begin van de laatste drie sluizen, na het Gatúnmeer en het uitgehouwen kanaal, zou bulkschip ‘Citrus Tiger’ ons oppikken. De sfeer aan boord was lekker ontspannen; Edwin was relaxt, het meer is prachtig, de spanning van de eerste paar sluizen lag achter ons en we hadden natuurlijk gezorgd voor meer dan genoeg lekkers aan boord. Spannend werd het pas weer bij de laatste drie sluizen, omdat je dan vóór de grote boot ligt en je weggedrukt wordt door al het water dat die grote boot de sluis in perst. Maar Sirena hield zich goed en op een klein incidentje na verlieten we zonder problemen de sluisdeuren. We hebben 45,3 mijl en zes sluizen afgelegd in bijna 15 uur, en zijn 26 meter gestegen en weer gedaald. De sluizen zelf waren al met al niet heel anders dan de sluizen bij IJmuiden of het Kielerkanaal, maar de ervaring was uniek en smaakte vele malen zoeter.
En nu liggen we aan de andere kant, waar we precies genoeg tijd hebben om alle voorbereidingen te treffen en boodschappen te doen, voordat er een prachtig weervenster met noordoosterwind aankomt die ons precies de goeie kant op blaast. We hebben de motor een grote beurt gegeven, wat lakwerk bijgewerkt en zijn bijna tien bouwmarkten en watersportwinkels in geweest op zoek naar de laatste reserveonderdelen. In een kaartenwinkel waar de tijd sinds de jaren ’80 heeft stilgestaan (behalve de kaartprinters) hebben we twee enorme waterkaarten van de Stille Oceaan gekocht. In de supermarkt en op de versmarkt kochten we onder meer 40 kilo meel, 70 blikken tomaten, 14 potten pindakaas, 30 pakken müsli, 50 blikjes tonijn, 45 liter melk en melkpoeder, 70 stuks fruit en 20 kilo knollen, kolen, pompoenen, tomaten, aubergines en andere groenten. En in onze tanks zit 500 liter diesel en 700 liter water, plus nog 40 liter en 120 liter respectievelijk in jerrycans en flessen. We zijn er klaar voor, laat die oceaan maar komen!
Het komende half jaar zijn we aan de kant van de aardbol die bijna alleen uit water bestaat en daarom meestal niet eens op de wereldkaart wordt afgebeeld. Er is daar niet veel (vandaar alle boodschappen), en daarom zal ook de toegang tot internet beperkt zijn. Op de oceaan zal ik misschien nog een paar keer een blogje versturen via onze satelliettelefoon. Foto’s zullen even op zich laten wachten 🙂 Maar onze actuele positie en een logboekje dat Björn op zee bijhoudt is te vinden op Noforeignland: www.noforeignland.com/boat/sirena/journey