Bula!

Fiji is verreweg de grootste eilandengroep waar we geweest zijn. De twee hoofdeilanden zijn enorm en er omheen en tussen liggen allemaal kleine eilanden en riffen. Voordat we daar mogen overnachten, moeten we steeds eerst toestemming vragen aan de chief van het dichtstbijzijnde dorp, door middel van ‘sevusevu’. We hadden ons natuurlijk ingelezen, maar vonden het toch maar moeilijk ons voor te stellen wat we konden verwachten. In grote lijnen wisten we: kava geven, geen zonnebril of hoed op je hoofd en vrouwelijke knieën en schouders bedekken; hoewel ik vermoed dat dat laatste meer met de kuisheid van de Britse missionarissen dan met de tradities van de oorspronkelijke bevolking te maken heeft. Op de markt in Vanua Levu kochten we kava, een lange gedroogde wortel waar de Fijiërs de gelijknamige drank kava van brouwen. Volgens het internet werkt het verdovend en hallucinerend. En als je na het drinken van kava een dutje doet wordt je verkwikt wakker. Dus wat ons ook te wachten stond: erg gestrest zullen ze hier niet zijn.

 

Gewapend met een bos kava onder de arm en toch een beetje zenuwachtig trokken we in onze eerste ankerbaai naar het dorp, op zoek naar de chief. Dat dorp bleek slechts bevolkt door drie mannen die daar in dienst van het Ministerie van Visserij een paar bassins met giant clams onderhielden (in het Nederlands heten die blijkbaar doopvontschelpen en ik kan me voorstellen dat dat is omdat ze letterlijk als doopvont gebruikt zijn, want ze kunnen gigantisch worden). De man die ons welkom heette, Ben, leidde ons naar een plateau waar we alle drie op gingen zitten. Wij overhandigden de kava, hij zei de ceremoniële woorden in de Fijische taal, af en toe gepaard met een paar keer klappen, en bedankte ons in het Engels dat we de tradities van Fiji respecteerden. Daarmee was onze eerste sevusevu een feit. We waren diep onder de indruk en ontspanden pas een beetje toen Ben ons heel vriendelijk rondleidde langs het dorp, de schelpenbassins en de overblijfselen van de oude leprakolonie. De volgende plek waar we sevusevu wilden doen had wel een chief, maar die lag net even een tukje te doen. Een van de dorpsbewoners kreeg hem maar met moeite wakker, waardoor wij een stuk relaxter in de wedstrijd zaten dan de eerste keer. Na de sevusevu-ceremonie vertelde de chief wat over de geschiedenis van het eiland; waar net als in de rest van Fiji  tot het begin van de vorige eeuw kannibalisme gepraktiseerd werd. Al verzekerde hij met een grijns dat dat alleen aan chiefs voorbehouden was; de grapjas.

 

De bureaucratie in Fiji draait overuren; naast alle formulieren die we zowel van tevoren, bij aankomst én bij vertrek moesten invullen, moesten we ook wekelijks mailen waar we die week van plan waren naartoe te varen. Toen de immigratiedienst bij onze aankomst op het uitklaarformulier van Niue als volgende bestemming Tonga zag staan, moesten we lullen als Brugman om uit te leggen dat we vanwege de onverwacht gunstige wind een paar dagen na vertrek uit Niue besloten hadden om niet eerst naar Tonga maar direct naar Fiji te zeilen. Dat kon niet kloppen; op het Officiële Document met Stempels van Niue stond immers Tonga, dus wat deden we hier dan? Maar op de ambtenaren na lijkt iedereen op Fiji goedgehumeurd, vooral omdat we om de haverklap met een luid ‘BULA!’ gegroet worden.

 

Omdat we nu ‘vlakbij’ Singapore zijn, kwamen vrienden Pieter en Marina op bezoek, die daar wonen. Het was alsnog 11 uur met een directe vlucht, maar toch een stuk dichterbij dan Nederland. Pieter had wel eens vaker met ons meegezeild, maar voor Marina was het de eerste keer op een zeilboot en ik was vergeten hoe spannend dat kan zijn. Een boot ligt niet stil (zeker niet in sommige baaien hier, waar de oceaandeining soms zo naar binnenrolt), lig scheef bij het varen, heeft allemaal lijnen die je niet zomaar los mag maken en uitsteeksels waaraan je je kan bezeren. En dat een week lang, met mensen die je maar één keer eerder hebt gezien. Ik was dan ook onder de indruk van hoe snel ze ging van toch wel een lichte vorm van paniek naar Googlen of ze op de volgende vakantiebestemming niet een catamaran konden charteren!

 

Met Pieter en Marina deden we sevusevu op één van de Yasawa-eilanden, in het noorden van Fiji. Toen we aankwamen was het halve dorp verzameld op het plateau. Vanachter een schaal kava keek een man of 30 ons aan. Ze wenkten ons te komen zitten en we startten het ritueel. Eerst de kava overhandigen; niet direct aan de chief maar aan een soort ceremoniemeester, die de bos doorgaf naar achteren, net zo lang tot hij bij de chief was. Toen volgde een soort spreekkoor, waarbij de chief de leuzen sprak en de rest sommige woorden herhaalden. Tot slot werden we weer bedankt voor het respecteren van de tradities. Toen de sevusevu klaar was, vroeg de ceremoniemeester of we kava wilden proberen. Ook dat gaat gepaard met een ritueel; dat ie ons gelukkig uitlegde. Één keer klapen, ‘BULA!’ roepen, de kom kava aannemen, opdrinken en drie keer klappen, terwijl iedereen meeklapt. Het smaakte naar slappe thee, maar voelde precies als Trachitol, zo’n verdovend pilletje tegen keelpijn. Van de andere effecten hebben we niets gemerkt, maar wíj zaten er dan ook niet de hele middag.

 

We hadden een heerlijke week met Pieter en Marina, vol mooie ankerplekjes, snorkelspots en droneshots; en we sloten de week in luxe af. Ze hadden voor de laatste nacht een vier-persoons huisje op een resort geboekt en verrasten ons met een dagje ontspanning. Het lekkerst was misschien wel het brede bed; eindelijk eens niet krampachtig liggen om maar niet de ander of jezelf wakker te schoppen! Het afscheid nemen viel ons alwéér zwaarder dan gedacht, vast niet geholpen door de dreiging van de aankomende overtocht naar Nieuw Zeeland. Die tocht wordt pittiger dan alle voorgaande oversteken, met zo ongeveer gegarandeerd een keer een passerend front en diepe lagedrukgebieden, en dat houdt de gemoederen op Sirena bezig. Maar inmiddels komt er een goed weervenster aan; en voor zover je voor een tocht van rond de 10 dagen een voorspelling kunt maken, hadden we niet veel beter kunnen wensen. We varen een groot deel van de tocht halve wind – Sirena’s voorkeurskoers – en het lagedrukgebied dat ons bij Nieuw Zeeland opwacht lijkt steeds iets rustiger te worden. Er staat een lasagne klaar om de oven in te schuiven, alle voorraden zijn gecontroleerd op sporen van honing, ei en andere dingen die Nieuw Zeeland niet in mogen, en al het beslag is een keertje extra aangedraaid. Dus we hebben geen excuus meer en zetten morgenochtend koers naar het koude zuiden!