Nieuwe thuishaven

Inmiddels is het hier heerlijk zomerweer, maar toen we aankwamen in Nieuw Zeeland was het guur. Misschien zijn we watjes geworden, maar we (oké ik) zaten met dikke sokken en twee truien aan en een fleecedekentje over de benen; mutsen op als we ze mee hadden gehad. Toch ook wel weer lekker, en een eerste teken dat ons leven er weer anders uit gaat zien. Sirena heeft haar eindbestemming bereikt…

 

Om dat feit nog even te ontkennen, hebben we eerst nog een kleine twee weken in de Bay of Islands rondgevaren, voor we naar onze ‘klushaven’ in Whangārei voeren. De Bay of Islands is een postzegel vergeleken met bijvoorbeeld de Marquesas of Fiji; niet veel groter dan het Grevelingenmeer. Toch kan je gerust een paar weken besteden in alle hoekjes en gaatjes van deze ria. Het is prachtig en ongelooflijk divers, met mooie eilandjes en verlaten baaitjes, maar ook dorpen en stadjes en excentrieke villa’s in de heuvels. En natuurlijk, zoals het Nieuw Zeeland betaamd, op elke nieuwe plek een mooie wandeling. Zelfs de eerste wandeling die we deden, een schamele 5km het eiland Moturua rond, gaf ons al verschillende biotopen, van naaldbos tot palmbomen, van strand tot weiland en van beek tot bergtop. Maar de plicht roept. We moeten Sirena klaarmaken voor een volgend zeilseizoen én een volgende eigenaar. Dus, vergezeld door enorme zwermen piepkleine pijlstormvogels, zakten we af naar ons nieuwe thuis, Whangārei

 

De haven in Whangārei is knus en erg gezellig. Er staan een stuk of 20 boten op de kant en er liggen er ongeveer evenveel in het water. Er is een hecht groepje vaste bewoners en als je wil kun je je bijna elke avond onderdompelen in de gezelligheid. Wij waren in ieder geval elke week bij de potluck bbq en zijn hartelijk opgenomen in het team van de haven dat meedoet aan de wekelijkse pubquiz in de kroeg. Bovendien hebben bijna alle bekende Nederlandse boten zich in deze haven verzameld, dus tijdens het klussen kwamen allemaal leuke bekende gezichten ons moed in praten. Het stadje Whangārei is een wat ongezellig ogend industriestadje, maar zit vol verrassingen; zoals de tweewekelijkse nachtmarkt met allemaal verschillende foodtrucks en live muziek, en een indrukwekkend kunstmuseum.

 

Dit alles was een fijne basis om Sirena in gereedheid te brengen. We hebben in ongeveer 5 weken alle bilges weer ontroest en geverfd, plekjes bijgewerkt op de romp, de antifouling vernieuwd, het hout gelakt, de hele boot grondig gepoetst en natuurlijk al onze bezittingen ingepakt. Zelfs het laatste brood is al gebakken. Nu het zo leeg is dat de woonkamer echoot kunnen we niet langer ontkennen dat ons avontuur met Sirena er bijna op zit. Ook al hebben we nog een paar fantastische maanden in Nieuw Zeeland en Australië voor de boeg; dat is toch weer een hele andere manier van reizen. Het leven op Sirena heeft ons naast zeiler ook monteur, elektricien, vakkenvuller, tuiger, staalbewerker, kok, bakker, scheikundige, coupeur, EHBO’er, meteoroloog, psycholoog én kapper gemaakt en ik vraag me af of we ooit nog zoveel nieuws in zo’n korte tijd gaan leren en beleven. Bovendien denk ik niet dat we ons ooit nog zo geborgen gaan voelen als in het stuurhuis van Sirena, onze tank, die ons met gemak door elke storm zou leiden; als de bemanning tenminste niet steeds het mooie weer had opgezocht.

 

Toch is het ook wel een opluchting om de zorgen voor de boot aan iemand over te dragen. Sirena is dit jaar 50 geworden en we onderhouden haar niet zodat ze morgen nog drijft maar zodat ze nóg 50 jaar mee kan; en dat voelt als een hele verantwoordelijkheid. Wij zijn gelukkig als er straks een nieuwe eigenaar met haar op avontuur gaat en we weten zeker dat die een hele fijne boot én huis zal hebben aan Sirena.

 

Sirena staat hier te koop. Een koopje voor zo’n fijne boot, want de botenmarkt in Nieuw Zeeland is niet wat ie in Nederland is en ik raad alle beginnend wereldzeilers dan ook aan om naar Nieuw Zeeland af te reizen en dáár hun avontuur te beginnen en een boot te kopen; bij voorkeur die van ons natuurlijk.