Vakantiegevoel en motorpech
Sinds ons vertrek uit Ramsgate zijn we zo snel mogelijk naar het mooie eiland Wight gegaan, waar we optimaal van het heerlijke weer en de schitterende natuur hebben genoten. Totdat er wind uit het oosten stond: als we met goed weer de Golf van Biskaje willen oversteken moeten we elke kans om naar het westen op te schuiven pakken. Klaar om de beruchte kaap ‘Portland Bill’ te ronden drukten we ‘s ochtends op de startknop van de motor. Prrrtplllplll. Plllplllplll….
De afgelopen weken zijn we in vakantiemodus geweest. Wandelen, stadje bezoeken, zomerhuis van Queen Victoria bekijken, boek lezen, spelletjes spelen, stukje zeilen. Heerlijk rustig aan zoals we ons hadden voorgenomen; niets om ‘over naar huis te schrijven’. De snelkookpan draait ondertussen op volle toeren. Natuurlijk soep, risotto en pasta-in-saus. Maar ook échte Franse uiensoep (in een kwartier!), de lekkerste ijsthee en geroosterde groenten komen eruit. Daar wijden we nog wel een apart bericht of recept aan. Ook de oven wordt niet verwaarloosd en we eten onder meer een goddelijke tonkabonen-slof.
Wie langs de Engelse zuidkust naar het westen vaart, vindt vanaf Isle of Wight ongeveer om de 40 mijl wel een mooie kustplaats. Als de wind mee zit is dat dus goed in een aantal langere dagtochten te doen, hoewel bijna elke tocht wel een kaap heeft om te ronden. Bij zo’n kaap is vaak een flinke stroomversnelling of een rommelige zee door zeestromen die op elkaar botsen, dus flink opletten. De eerste hebben we gehad, the Needles aan de westkant van Isle of Wight, onderweg naar Weymouth, waar we nu liggen.
Vanaf Weymouth zouden we direct de volgende ochtend door naar Dartmouth. Dat moet je vanwege getijden een beetje timen, en in dit geval betekende dat vroeg op. Maar inmiddels hebben we routine in het vaarklaar maken van de boot en het zeevast zetten van de inhoud, dus dat kan met de ogen halfdicht. Totdat bij het starten van de motor we allebei ineens klaarwakker waren. Iedereen met een boot zal herkennen dat je toch altijd even een schietgebedje doet voor je de motor aanzet, in de hoop dat ie gewoon zoals altijd als een zonnetje begint te lopen, maar dit keer gehoorzaamde hij niet. Ons motoronderhoud-repertoire is nog niet heel breed, dus na de conclusie dat de accu echt vol zat grepen we snel naar de Boatowners Manual van Nigel Calder. Een fantastisch vuistdik boek waar voor elk elektrisch en mechanisch probleem een oplossing in zou moeten staan. We zijn inderdaad een heel eind gekomen, maar de einddiagnose was dat het geluid dat de motor maakte bij het niet starten, moest betekenen dat de startmotor niet genoeg kracht gaf en daar moet toch ook volgens ome Nigel een monteur aan te pas komen.
De havenmeester omschreef hem als ‘a guy on a bike who’ll have your motor running in two minutes’. Precies wat we nodig hadden. Hij had de motor inderdaad in twee minuten aan de praat, maar wel door de startmotor kort te sluiten – de duurzame oplossing is toch echt een nieuwe startmotor. We mogen erop vertrouwen dat ie weet wat ie doet, want dit type motor werd ooit 20km hiervandaan geproduceerd, dus hij heeft er door de jaren heen aardig wat in lokale schepen gerepareerd. De sfeer is er bovenbest onder: de startmotor komt waarschijnlijk net als de boot 1974, dus die moest een keer gaan. Liever hier met monteur Dan om de hoek dan in een ankerbaai. De onderdelen worden snel geleverd en de tussentijd vullen we zeer succesvol met ijsco’s, pintjes en uiteraard: klusjes. Björn de mast in om het losse contactje in de windgenerator te solderen, Linda de mast in om te schilderen. De kabel voor de satelliettelefoon is getrokken, de looplijnen zijn genaaid en de bakskisten zijn uitgemest. Kortom: het gaat vlot met de voorbereidingen voor Biskaje; en we hebben eerst nog een heel stuk Engelse kust tegoed!