Dushi bezoek

Sinds ons laatste bericht, uit Trinidad, is er een hoop gebeurd en is er vooral heel veel bezoek geweest. Het blijkt relatief makkelijk te zijn om van Nederland naar de ABC-eilanden te vliegen. Dus niet allen was er gepland bezoek, waarover hieronder meer, maar er was zelfs verrassingsbezoek! Mijn oom Peter en tante Cynthia, die hier toevallig in Curaçao op vakantie waren, kwamen zomaar even op de koffie, en oud-collega Nataly was er voor werk. Zo was Nederland ineens even heel dichtbij!

 

Voordat dat zover was, voeren we van Trinidad naar Grenada, waar we eerder op doorreis ook al waren, maar wat we nog niet echt bezocht hadden. Ook nu bleven we niet lang, maar we hebben wel flink specerijen ingekocht (daar staat het eiland om bekend), van de chocoladethee geproefd en gewandeld door de jungle-achtige natuur. Maar ons hoofd was al bij Bonaire, waar mijn zus Elske en zwager Teun ons zouden komen opzoeken. Dus snel door. Het was de eerste tocht sinds de oversteek van de Atlantische oceaan die langer dan een etmaal zou duren. Maar Sirena had er net zoveel zin in als wij en ze scheurde met twee uitgeboomde genua’s over de golven, dus de verwachte vier dagen varen waren al na drie dagen voorbij!

 

We kwamen ‘s avonds laat aan en bij het naar bed gaan vroeg ik me nog af hoe we mijn zus konden laten weten dat we er al waren, zonder simkaart of andere manier om contact op te nemen. Maar zij hadden ons natuurlijk al lang gespot op de AIS en ‘s ochtends zaten er twee eerste-dag-van-de-vakantie-lichtgevend-witte-Nederlanders vrolijk vanaf de kade naar ons te zwaaien, terwijl wij vlug de bijboot oppompten.

 

Met Elske en Teun hebben we twee weken goed de toerist uitgehangen. Allemaal fantastische dingen, want het is een fantastisch eiland! Fietsen, cactus proeven, grotzwemmen, pinacolada’s drinken, kweker Johan van Terra Barra, roadtrips, uit eten, knallende hayabusa’s, flamingo’s, hiken, awa di lamunchi, krijsende Karens, zeilen, zeeziekte, leguanenstoofpot en tamarindesap, formule 1, duiken, kanoën door mangrovebossen, ijsco’s… het ging maar door! Één van de meest schitterende dingen om te doen was snorkelen. Ten eerste omdat we Teun bij ons hadden, die veel opmerkzamer is dan de rest van het gezelschap. Hij lag soms uren in het water en had dan één vierkante meter helemaal uitgekamd. Maar zelfs als je niet op zit te letten is het onder water gewoon bloedmooi op Bonaire. Je springt vanaf je boot het turquoise water in en dan zit je direct boven een rif. We hebben allerlei dingen gezien die we nog niet eerder zagen in de Cariben, bijvoorbeeld een octopus, oranjegevlekte zeeslak en een schol-achtige met een soort helderblauw paisley-motief.

 

Ik keek héél erg uit naar de AH XL op Bonaire en eenmaal binnen stelde hij niet teleur: precies zoals thuis (zelfs met verse melk uit Nederland…koekoek!). Wat een heerlijk nostalgisch gevoel, met al die herkenbare producten en etiketten. Maar bij elke nieuwe meter schap werd ik een beetje benauwder. Wát een keuze. Waar begin je in hemelsnaam? Ik geloof dat we echt weer moeten inburgeren als we terugkomen. Soms zou het fijn zijn om iets meer te kunnen kopen dan witte kool, maar voor nu heb ik dat blijkbaar liever dan 300 verschillende kant-en-klaar-gerechten en verse smeersels. Hoewel er natuurlijk wel met plezier allerlei potten appelstroop, amsterdamse ui, ketjap en curry in ons mandje belandden.

 

Toen de twee weken eenmaal voorbij waren en een goed weervenster voor de tocht naar Curaçao zich aandiende, was het even slikken. Want ‘s ochtends vroeg, terwijl wij de huiken van de zeilen haalden, stonden daar op de kade diezelfde twee lieve mensen te zwaaien. Inmiddels niet meer spierwit (of vuurrood, zoals op dag twee), maar bruin gebronsd. Maar nog net zo herkenbaar. Het was een afscheid met gevoel voor drama; al zwaaiend werden ze steeds een beetje kleiner terwijl wij de horizon tegemoet voeren, en ik kan niet ontkennen dat ik een kleine brok moest wegslikken.

 

Op Curaçao hadden we een kleine week om te wennen voordat de volgende golf van liefde ons overspoelde: Björns moeder kwam voor de tweede keer langs! Ze kent het eiland beter dan wij, en wist de lekkere restaurants en culturele highlights als het Joods historisch museum, de Kathedraal der doornen en de donderdag dushi dansers dan ook feilloos te vinden. Het was fijn om zo snel al weer een vertrouwd gezicht aan boord te hebben, en omdat ze op Antigua ook al een week meevoer, voelde het eigenlijk alsof ze niet was weggeweest. Samen voeren we voor twee nachtjes naar Klein Curaçao, waar we alle drie prachtig hebben gesnorkeld, en toen was het bezoek ook maar zomaar weer voorbij. Alweer een afscheid, ditmaal zwaaiend op het vliegveld. 

 

Naast het eiland bezoeken en de komst van Björns moeder was er een hele praktische reden om wat langer op Curaçao te blijven. Het is er droog; in tegenstelling tot de afgelopen en komende bestemmingen. In de vier weken dat we hier lagen heeft het nauwelijks geregend en laat dat nou de perfecte omstandigheid zijn voor alle klussen die we op Trinidad door alle regen niet gedaan kregen. Vooral het schuren en lakken van het houtwerk (minimaal 6 lagen…), maar ook nieuwe en oude roestplekken aanpakken, nieuwe kit tussen de ramen, allerhande elektraklusjes en allerlei andere kleine en grote klussen hebben we in twee weken flink aanpoten van de lijst af kunnen vinken. En dat voelt heel lekker, want er staan vooralsnog geen grote dingen meer op de klussenlijst voordat we de Stille Oceaan op gaan over een paar maanden!

 

Curaçao is vergelijkbaar met Bonaire in dat het er vrij toeristisch, nogal droog en onder water erg mooi is, maar de twee eilanden voelen verder heel verschillend. Waar je op Bonaire na Kralendijk de drukte achter je laat, moet je daar op Curaçao een stuk meer je best voor doen. Hoofdstad Willemstad is misschien geen metropool, maar wel echt een bruisende stad waar veel te doen is. En waar we op Bonaire eindelijk weer eens in onze blote billen overboord sprongen omdat er toch nauwelijks andere boten lagen, is het in ‘Spaanse Water’ op Curaçao zo druk dat je bij een ander op het voordek zou landen als je dat zou proberen. Een voordeel aan die drukte is dat er veel wordt georganiseerd onder de zeilers, van salsa- tot Spaanse les en van rubberbootwetstrijd tot pubquiz (die laatste door ons) en sommigen zeilers blijven er dan ook maanden of zelfs jaren plakken.

 

Voor ons is het tijd om door te gaan, want er wacht een nieuw avontuur en bovendien nog meer bezoek! Wij gaan het vaste land van Colombia bezoeken. Daar laten we de boot achter in een haven en reizen we per bus en vliegtuig naar onder meer Salento, Medellin en Minca. En dat doen we voor een groot deel niet alleen, maar samen met vrienden Laura en Jelle! Maar eerst nog even een stukkie varen; in ongeveer 8 dagen varen we ‘hoppend’ via een paar korte tussenstops naar… Cartagena!