Aangekomen in het paradijs

We zijn er! Na 39 dagen, 4291 mijl, zes verschillende zeilen en een dagrecord van 143 mijl, zijn we aangekomen bij het adembenemende Fatu Hiva. Stijle rotswanden vol groen, prachtige witte vogels, berggeiten en bij het snorkelen alleen maar onbekende vissen. We liggen in de Hanavave-baai; in het Frans de Baie de Penis, naar de uitstulpende rotsformaties rond de baai. De missionarissen hebben het later de Baie de Virgin gedoopt. We liggen hier niet alleen, het is druk in het paradijs – de baai ligt vol met 17 boten. Maar dat is wel begrijpelijk, nog even los van het uitzicht, aangezien het één van de minst rollerige plekken is in de Marquesas.
De laatste paar dagen was de watertank leeg, dus we moesten het water uit de jerrycans gebruiken. Dat is prima, maar bijvoorbeeld bij handen wassen best een gedoe. De laatste dag van de tocht deed ie het overigens weer, na een gijp; de opvoerslang zit aan bakboord en we helden tot dan toe steeds over naar stuurboord. In Hanavave is heel luxe een kraantje bij de kade, dus we kunnen relatief makkelijk water vullen. Het is geen kade waar je met de zeilboot aan kan leggen, dus het wordt een keer of 10 op en neer met de dinghy en al onze jerrycans. Maar wetende dat er weer water binnen bereik was hebben we eerst een hééérlijke duik genomen in het frisse zeewater en toen lekker afgedoucht met de handdouche in de kuip in plaats van met de plantenspuit. Wat een luxe!
Op Noforeignland (app met handige info voor zeilers) lezen we dat je ergens de was kan doen of laten doen – daar is de app niet helemaal duidelijk over. Als we op zoek gaan vinden we een huis waar een gloednieuwe wasmachine buiten staat. In ons erbarmelijke Frans-met-per-ongeluk-veel-Spaans vragen of we hier goed zijn voor de wasserette. De vriendelijke man zegt in gebrekkig-maar-veel-beter Engels dat we natúúrlijk z’n wasmachine mogen gebruiken en hij wil er pertinent niks voor hebben.
De verse voorraad is helemaal op, dus de volgende dag staan we om 8 uur met de locals en andere zeilers klaar in de rij voor het winkeltje in de hoop verse voorraad te vinden, terwijl net de hemel even openbarst. De enige groenten die we vinden zijn beurse tomaten uit de koelkast (waar we er desondanks dankbaar een paar van kopen). De aanwezige eieren worden helaas door een andere zeiler opgekocht. Bij de kade waar de bijboot ligt, komen we twee Ierse zeilers tegen met een kruiwagen vol pomelo’s en een enorme tros bananen. Zij vertrekken morgen naar de Tuamotus en hebben grote voorraad ingeslagen. Ze wijzen ons naar Marc, die even verderop woont. Bij hem kopen we vijf pomelo’s en z’n kleinste tros bananen (zo’n 40 stuks), die nu heel officieel aan een stuk liaan in de boot hangt
Het eten was onderweg niet slecht, maar werd wel steeds vaker pasta-rode-saus of bonensalade de laatste twee weken. Sinds we aangekomen zijn hebben we al twee keer wild zwijn gehad – één keer uit blik van de slager in Renswoude met gnocchi, één keer met allemaal zeilers bij locals thuis van het spit – goddelijke bonenburgers uit m’n nieuwe bonenboek en vis die een buurboot met zijn speergun gevangen had. Toch even wat anders dan mais en tomaten uit blik.
We zijn ontzettend tevreden met hoe de reis is verlopen. We hebben kort voor we aankwamen het zeilen, eten en de sfeer aan boord samen geëvalueerd en zouden het de volgende keer allemaal vrijwel precies zo doen. We zijn ongelooflijk blij dat het zo goed is gegaan, dat er niks noemenswaardigs kapot is gegaan en we zijn héél trots 🙂 Terwijl ik op één van de mooiste plekjes ter wereld de was sta op te hangen aan de reling, daalt in wat een bizar leven we hebben op dit moment. Een half uur later is de was al droog gewapperd.